
De voor het grote feest van Eerste Pinksterdag (20 mei) 1725 gecomponeerde Cantate 74 heeft een II achter haar naam omdat er een andere, eerder gecomponeerde cantate met dezelfde titel bestaat (BWV 59), waarvan Bach twee delen, waaronder het openingskoor, in 1725 bewerkte. BWV 59 werd met Pinksteren 1724 uitgevoerd, maar nog weer een jaar eerder gecomponeerd, d.w.z. vóór Bachs aantreden als Thomascantor op 1 juni 1723 en wellicht bestemd voor een uitvoering in de universiteitskerk St. Pauli. Daarop wijst een voor een grote feestdag in de Thomaskerk wat te magere allure: slechts vier delen, twee solisten (sopraan en bas) en weliswaar trompetten, maar slechts twee in plaats van de in de hoofdkerken gebruikelijke drie.