Stabat Mater, H.I. von Biber
Heinrich Ignaz Franz von Biber werd geboren in Wattenburg in Bohemen. Tegenwoordig is hij vooral bekend om zijn instrumentale werken en zijn sonates voor begeleide en niet begeleide viool. Minder bekend zijn de negen missen, twee requiems, zettingen voor vespers en andere liturgische muziek, gecomponeerd na 1670 toen hij in dienst was van de aartsbisschop van Salzburg, Maximiliaan Gandolph von Khuenburg. In 1679 werd hij door keizer Leopold I benoemd tot plaatsvervangend kapelmeester. Na de dood van Andreas Hofer in 1684 werd hij kapelmeester en decaan van de koorschool. In 1690 schonk keizer Leopold Biber de rang van ridder en de titel Biber von Bibern. Daarom weten we dat zijn Stabat Mater van na 1690 dateert, omdat het manuscriptmateriaal de patriciër “de” draagt als onderdeel van zijn identificatie.
Stabat Mater, Andries Clement
Andries Clement, Nederlandse componist, werd geboren in 1943. Hij studeerde koordirectie aan het Conservatorium van Amsterdam en Musicologie aan de Universiteit Utrecht. Hij was docent aan de conservatoria van Amsterdam en Zwolle. In 1975 werd hij directeur van het Brabants Conservatorium en later van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Hij leidde vele koren zoals het Toonkunstkoor Zutphen, het Amsterdamse studentenkoor en het Eindhovens kamerkoor. Hij was de oprichter van het Amersfoorts Kamerkoor en het Brabantkoor. Zijn muziek kenmerkt zich door een modern en zeer tonaal idioom en is opvallend goed te zingen. Zijn compositorische keuzes werden bepaald door de mate waarin zangers zich konden identificeren met de tekst. Andries Clement overleed in 2015.
Andries Clements Stabat Mater is qua lengte en bezetting een grootschalige compositie: kinderkoor, sopraansolo en dubbelkoor. In zijn Stabat Mater wisselen verschillende stijlen elkaar af: Gregoriaanse melodieën, 16e-eeuwse polyfonie, Poulenc-achtige consonanten en modernistische clusters.
Aus der Tiefen rufe ich, Herr zu dir (BWV 131)
Cantate 131 is waarschijnlijk de oudst bewaard gebleven cantate van Bach, ontstaan in 1707 in Mühlhausen (Thüringen) en dus lang voordat (vanaf 1723) Bachs massale cantateproduktie in Leipzig op gang komt. Wanneer Bach Aus der Tiefen componeert is hij dus 22 jaar oud en sinds kort organist aan de Blasiuskirche te Mühlhausen.
Cantate 131 is waarschijnlijk geschreven voor een herdenkingsdienst (Bussgottesdienst) voor de brand die Mühlhausen teisterde op 30 mei, vlak voor Bach aantrad, waarbij drie- tot vierhonderd huizen in het centrum verloren gingen. Blijkens Bachs eigenhandige aantekening in de partituur is de cantate geschreven in opdracht van pastor G.C.Eilmar van de Mariënkirche, de kerk waaraan Bach niet was verbonden. Cantate 131 heeft één doorlopende tekst, alle acht verzen van Psalm 130, ook bekend in zijn Latijnse versie De profundis clamavi, één van de acht boetepsalmen die veelvuldig op muziek zijn gezet.